Gebiedsgerichte aanpak: kansen creëren en risico’s verkleinen

Trekker: Bertram de Rooij
Verslaglegger: Bertram de Rooij (bertram.derooij@wur.nl)

Doel

De afgelopen decennia is aanzienlijk geïnvesteerd in onze Nederlandse natuur. Nederland kenmerkt zich door een unieke verwevenheid van natuur met andere functies, zoals wonen, werken, recreatie en (kritische) infrastructuur. Natuur is altijd dichtbij. Klimaatverandering heeft zowel een impact op de natuur zelf als op de risico’s die die met zich meebrengt, vooral in combinatie met langere perioden van droogte en hitte. Tijdens deze werksessie gaan we in op de potentiele impact en de kansen die ruimtelijke maatregelen en een gebiedsgerichte aanpak bieden. Niet alleen om risico’s te reduceren, maar vooral ook om gezamenlijk kansen te creëren. Het doel is de integrale dialoog te starten om deze kansen goed aan het voetlicht te krijgen en verschillende belangen optimaal met elkaar te combineren, tijdig samen voorbereid te zijn en te agenderen hoe we dat kunnen borgen in ruimtelijk beleid en samenwerkingen.

Afbeelding sessie Gebiedsgerichte aanpak

Inhoud

In een gezamenlijke start met de werksessie ‘De Groene Metropool – de trek naar buiten’ introduceert Bertram de Rooij (Wageningen UR) de thematiek. Enerzijds verwachten we dat de trek naar buiten groter wordt als gevolg van hitte in de stad en willen we dat optimaal faciliteren. Dat moeten we ook verantwoord doen. De natuur verandert immers ook en recreanten kunnen worden geconfronteerd met nieuwe en vergrote risico’s, zoals natuurbranden, maar ook teken en eikenprocessierupsen. Bewustwording en kansen creëren en daarmee risico’s reduceren is essentieel. Door dat samen te brengen in een goede gezamenlijke ruimtelijke strategie kunnen we ook nieuwe kwaliteiten toevoegen en andere urgenties en wensen waarmaken.

Cathelijne Stoof (Wageningen UR) neemt de deelnemers mee in het fenomeen natuurbrand en hoe klimaat van invloed kan zijn op de drie hoekpunten van de vuurdriehoek: brandstof, weer/klimaat en ontsteking. Brandstof, weer en klimaat zijn factoren die aan sterke veranderingen onderhevig zijn (voor zover de kennis reikt). Ontsteking is vaak het gevolg van menselijk handelen, bedoeld of onbedoeld, dus als er meer mensen in de natuur komen neemt het risico daarop toe.

Wim Verboom (Brandweer Nederland) en Nienke Brouwer (IFV) tonen hoe de huidige risico’s in kaart worden gebracht, modellen worden ingezet voor scenarioplanning en bovenal de samenwerking wordt gezocht in de gebiedsgerichte benadering. Wim benadrukt dat brand voor natuur in principe niet per definitie slecht is, maar veel vitale infrastructuur in de natuur staat of er doorheen loopt. Veel stedelijk gebieden grenzen direct aan de natuur en onze Nederlandse natuur is doorweven met (dag)recreatieterreinen. Met toenemend brandrisico neemt het risico op ontwrichtende omstandigheden sterk toe, ook door domino/cascade-effecten.

Blussen van natuurbranden kost veel capaciteit en veroorzaakt vaak ook andere schade aan terreinen. De kosten (direct/indirect) zijn groot. Het is dan ook niet vreemd om, zoals we ook bij woningen al jaren doen, ook de natuur te compartimenteren. Daarvoor zijn afspraken nodig. De kosten van preventieve maatregelen wegen enorm op tegen de vermeden kosten van schade en inzet.

In diverse gebieden in Nederland wordt hieraan al gewerkt, maar het is nog geen gemeengoed. Vanuit een landelijk programma van Brandweer Nederland wordt hieraan nu vormgegeven binnen het programma ‘Samen werken aan Natuurbrandbeheersing’.

Dit onderwerp is klaarblijkelijk niet sexy. Er is nog weinig aansluiting met regulier beheer en inrichting. Vaak zijn (schijnbaar extra) kosten een belemmering. Er moet dus nog sterker de samenwerking gevonden worden en doelen worden samengebracht.

Jan Janse (Staatsbosbeheer) licht vanuit een zowel een beheerders- als ontwerpersperspectief toe dat we radicaal keuzen moeten gaan maken. Keuzen die vraagstukken verbinden en keuzen die vertaald worden in krachtige ontwerpen. Denk daarbij ook aan watervraagstukken rondom droogte (waterbuffers), omvormen van bossen (loof beter tegen natuurbrand en ook beter tegen verdroging). Combineren is makkelijker dan nu vaak wordt gedaan.

Uitkomsten en leerpunten

In de daarop volgende discussie is er brede consensus dat deze integrale ruimtelijke benadering essentieel is. Potentiele risico’s en brede opgaven moeten beter worden meegenomen. Vroeger was dat op veel plekken gemeengoed, maar dat schijnt verloren te zijn gegaan. Op basis van oude kennis en nieuwe inzichten kan dit weer worden ingezet. Gekeken moet worden hoe we de natuur en de bijbehorende risico’s goed kunnen meenemen in de stresstesten en in planningscycli (beheer, inrichting, omgevingsvisies...). Dat staat nu bij de deelnemers in de week en daar moeten we samen verder aan gaan werken.

Quotes van de dag

“In Amerika ga je echt niet naar buiten als het heet is. In Nederland ga je juist naar buiten.” – Cathelijne Stoof (WUR)

“Voor veilig ontspannen in de natuur ‘ontsparren’ van de natuur” – deelnemer werksessie

“Dat klinkt logisch. Maar waarom doen we dat dan al niet?” – deelnemer werksessie

“Bij verhoogd risico in Frankrijk sluiten ze de natuur. Willen we dat hier in Nederland? Nee toch?” –deelnemer werksessie

Contactgegevens

Bertram de Rooij
bertram.derooij@wur.nl

Wim Verboom
wim.verboom@vggm.nl

Cathelijne Stoof
cathelijne.stoof@wur.nl

Jan Janse
j.janse@staatsbosbeheer.nl

Nienke Brouwer
nienke.brouwer@ifv.nl