Landklimaatbomen voor een klimaatbestendige stad

Gepubliceerd 20 november 2019

Nanda Sluijsmans is stedenbouwkundige. Deze zomer maakte zij een filmpje over hoe je een klimaatbestendig bomenplan maakt. Haar belangrijkste boodschap is: plant ook landklimaatbomen in stedelijk gebied. Die bomen komen vooral voor in gebieden met een landklimaat. In zo’n klimaat zijn de winters erg koud en de zomers heel heet. Landklimaatbomen zijn daarom meer bestand tegen extreme hitte en droogte.

Hoe kwam je erbij om dit filmpje te maken?

‘De afgelopen drie jaar heb ik veel praktische kennis op het gebied van groen opgedaan: ik heb veel samengewerkt met de afdelingen groen en beheer van verschillende gemeentes en ik heb leerzame gesprekken gehad met Jaap Smit van Cobra Groeninzicht. Ik merk ook dat stedenbouw en landschapsontwerp steeds meer samengaan, zeker nu klimaatbestendig ontwerpen volop de aandacht heeft. De kennis die ik heb opgedaan over het nut van landklimaatbomen vind ik zo essentieel, dat ik vond dat ik het moest delen. Ook omdat nog maar weinig vakgenoten landklimaatbomen durven toe te passen.’

Wat waren je grootste inzichten na je ontmoeting met Cobra Groeninzicht?

‘Eén van de belangrijkste inzichten is dat je steden kunt verrijken met landklimaatbomen. Door de gevolgen van klimaatverandering is het heel belangrijk dat we grote, oude bomen in de stad krijgen. Die nemen gigantische hoeveelheden fijnstof en CO2 op, produceren zuurstof, zorgen voor verkoeling en zijn heel belangrijk voor de biodiversiteit. Een kleine jonge boom doet nog niet zoveel. En veel inheemse soorten kunnen moeilijk tegen extreem weer en zijn vatbaarder voor boomziektes. Veel landklimaatbomen kunnen goed tegen extreem weer en hebben daardoor een grote kans om oud te worden. Als je dus veel verschillende bomen plant, waarvan een deel bestaat uit landklimaatbomen, dan is je bomenbestand veel weerbaarder. Je verliest dan bij een boomziekte bijvoorbeeld niet ineens het grootste deel van je bomen. Bovendien bloeien landklimaatbomen vaak in het najaar, waardoor ze voedzamer zijn voor insecten.’

Waarom denk je dat veel vakgenoten het nog niet aandurven met landklimaatbomen?

‘Het idee onder landschapsontwerpers en stedenbouwkundigen is al heel lang: gebruik inheemse boomsoorten, die passen hier het best. Ook ik heb altijd geleerd dat ik alleen inheemse soorten mocht toepassen, zowel tijdens mijn opleiding als de twaalf jaar daarna in de praktijk. Je moest hier geen exoten heen halen, dat was echt fout. Die overtuiging komt deels ook voort uit het idee dat bomen locatiespecifiek zijn: het Nederlandse landschap heeft bijvoorbeeld een heel andere uitstraling dan het Spaanse. Mensen willen dat graag zo houden.

Na mijn ontmoeting met Cobra ben ik ervan overtuigd geraakt dat het achterhaald is om zo strikt vast te houden aan inheemse soorten. Want nu het klimaat verandert, verandert ook onze natuur. Sommige inheemse bomen kunnen bijvoorbeeld slecht tegen hitte en droogte. Terwijl Nederland wel steeds vaker met droge en hete periodes te maken krijgt. Als je dan het landschap niet meeverandert, ben je dan wel duurzaam bezig? Bovendien: wat is inheems? De natuur is altijd veranderd door de eeuwen heen. Sommige inheemse soorten zijn ooit exoten geweest. En veel mensen hebben een verkeerd beeld van exoten, alsof het allemaal totaal andere soorten zijn dan de inheemse. Maar veel exoten zijn verwant aan de inheemse. Ze hoeven er ook niet heel anders uit te zien. Bij woonstraatjes en wadi’s kan het juist heel leuk zijn om heel grote exoot neer te zetten die allure geeft. Voor het beeld en de beleving heeft zo’n boom ook toegevoegde waarde.’

Wat wil je uiteindelijk met het filmpje bereiken?

‘Mijn doel van het filmpje en van deze kennisdeling is dat steden een duurzamer bomenbestand krijgen. Een bomenbestand dat de biodiversiteit op peil houdt en echt helpt om het stedelijk leefmilieu gezonder te maken. Ik ben natuurlijk ook voor groene gebouwen met klimplanten of bomen op verdiepingen. Maar realiseer je dat dit groen nooit groot kan worden en kwetsbaar blijft. Dat groen is niet te vergelijken met bomen die wortelen in de grond. Ik zag laatst bijvoorbeeld een bouwplan met een paar bomen op een verdieping. Met de gedachte: zo gaan we het stadsdeel vergroenen. Maar over dat groen is niet goed nagedacht, het is te simpel. Ik bedoel: dat groen is natuurlijk wel mooi, maar het is niet klimaatbestendig. In ieder geval niet voor de langere termijn. Bomen in de grond wel, die worden veel groter en doen mee met het bodemleven.’

Kun je alle landklimaatbomen in de stad planten? Waar moet je rekening mee houden?

‘Voor alle bomen geldt dat je eerst onderzoek moet doen voordat je een boom gaat planten. Het belangrijkste is de groeiplaats. De ene boom kan beter tegen zout, natte voeten of schaduw dan de andere, de ene boom wortelt diep, de andere oppervlakkig. Check dus altijd of het leefmilieu van de boom past bij de boomsoort. Verder is het belangrijk om bomengrond en bomenzand te gebruiken als je een boom plant. Als je dat niet doet, kan het gevolg zijn dat een boom te langzaam groeit of doodgaat. In stenige straten moet je er verder op letten dat een boom ongeveer 8m3 aan ruimte heeft. Gebruik dus niet alleen bomengrond direct om de boom heen, maar ook bomenzand onder de straat, weg of parkeerplaats een eindje verderop. Bomenzand is stevig en dus geschikt voor onder de bestrating, en tegelijk voedselrijk voor de bomen.

Daarnaast kan een bodem met goede grond heel veel water opnemen. Als je dan ook nog grote bomen hebt, kunnen de wortels veel water opnemen en vasthouden. Hoe groter de boom, hoe groter deze sponswerking. Omdat landklimaatbomen heel groot kunnen worden, zijn ze ideaal als wateropnemers.’

Ken je de bomenposter die op het Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie staat?

‘De bomenposter kende ik nog niet. Een heel mooie en waardevolle poster, die zeker kan helpen bij het samenstellen van een duurzaam bomenbestand. In de tabel zie je ook hoeveel goeds bomen voor een stad doen. Wel zie ik ook dat er bomen in staan die ik van de beheerders niet meer mag toepassen door boomziektes, zoals de es. Dus met boomziektes is nog geen rekening gehouden in de lijst. Ook handig om te weten is wanneer de boom voedzaam is voor insecten en vogels. In de lente bloeit er meer dan in het najaar. Maar juist in het najaar is het belangrijk dat insecten hun buik vol kunnen eten. Dat zeggen ook veel ecologen: we hebben gebrek aan bomen die in het najaar bloeien. Dit soort kennis leer je vaak pas in de praktijk. Niet alles leer je op de opleiding, omdat leefgebieden zo snel veranderen en de ontwikkelingen heel snel kunnen gaan. Dat zag je bijvoorbeeld met de warmtenetten of stadsverwarming. Het groen verandert dan ook.’

Staan er ook veel landklimaatbomen op de bomenposter?

‘Er staan er in ieder geval een aantal niet op die wij vaak toepassen als landklimaatbomen, zoals de Tetra Daniellii of ook wel de Bijenboom. Deze boom bloeit in augustus en is fantastisch voor insecten. Andere landklimaatbomen die ik weleens toepas: Japanse rozijnenboom, Lampionboom, Japanse zilverboom, Stekelboom, Cladrastis, Catalpa en Phellodendron. Aan deze bomenposter zou je bijvoorbeeld een kopje kunnen toevoegen met daarboven: Durf je, kies dan voor landklimaatbomen.’

Moeten we alleen nog landklimaatbomen planten?

‘Nee. Inheemse bomen en landklimaatbomen moeten hand in hand gaan. We hebben heel veel inheemse soorten, helaas gaan veel daarvan ook dood. Dus ga je bomen planten in een nieuwbouwwijk of stedelijk gebied? Dan zou misschien een kwart daarvan landklimaatbomen kunnen zijn. Dat is misschien meer dan de uiteindelijke verhouding inheemse soorten en landklimaatbomen, maar het kan goed werken als impuls. Tegelijk is het heel belangrijk om alle bestaande oude bomen te koesteren. Cobra geeft dat ook steeds nadrukkelijk aan. De meerwaarde van deze bomen voor mens en dier is groot, al helemaal in een stad.’

Zijn er al veel steden die landklimaatbomen planten?

‘Het gebeurt nog niet veel, in ieder geval niet op grote schaal. Maar ik merk wel dat gemeentes er open voor staan. Als andere gemeentes bij ons in Pijnacker-Nootdorp op bezoek komen, dan besteden we altijd aandacht aan de voordelen van landklimaatbomen. Ik merk dat het eerst veel vragen oproept, dat deed het bij mijzelf ook toen ik er voor het eerst over hoorde. Maar uiteindelijk begrijpt iedereen het verhaal, en vinden ze het zo logisch klinken dat ze de bomen vaak ook zelf aan hun bomenbestand willen toevoegen.’

Nanda Nanda Sluijsmans is universitair opgeleid stedenbouwkundige. Ze heeft 11 jaar gewerkt bij Inbo en Amer. Vanaf 2015 werkt ze als stedenbouwkundige en landschapsontwerper voor gemeenten, ontwikkelaars en woningcorporaties. Vanaf 2017 is ze daarnaast ook stedenbouwkundige bij de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Nanda woont in Den Haag en doet voor deze gemeente nu een opdracht samen met Cobra Groeninzicht, om het centrum te vergroenen en klimaatbestendiger te maken.