Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie komt eraan

Gepubliceerd 20 maart 2017

Hoe maken we Nederland waterrobuust en klimaatbestendig? Hoe ziet dat er dan uit? En wat moet in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie staan om dat te bereiken? Om antwoord te geven op deze vragen zijn er vijf regionale bestuurlijke bijeenkomsten en twee rondetafelgesprekken met niet-overheidsorganisaties georganiseerd.

Rondetafelgesprekken

Op 7 maart en 9 maart zijn in totaal zo’n zeventig niet-overheidsorganisaties, waaronder het Rode Kruis, Natuurmonumenten, Nationaal Groenfonds, kennisinstellingen, partijen uit de bouwketen, diverse brancheverenigingen, belangenverenigingen en adviesbureaus met elkaar in gesprek gegaan. Inspirerende bijeenkomsten waarin werd gesproken over urgentiegevoel, experimenteerruimte en meekoppelen met andere opgaven in de fysieke leefomgeving.

Onder leiding van Carolien Gehrels (Arcadis, voormalig wethouder Amsterdam) trapten Stefan Kuks (watergraaf Waterschap Vechtstromen en voorzitter stuurgroep Ruimtelijke Adaptatie) en Andries Heidema (burgemeester Deventer en lid stuurgroep Ruimtelijke Adaptatie) de bijeenkomst af. Belangrijkste boodschap: het klimaat verandert sneller dan we dachten en de aanpak om te komen tot een waterrobuust en klimaatbestendige fysieke leefomgeving moet sneller. De schade als gevolg van extreme buien, periodes van droogte en hitte wordt anders te groot. Als we niets doen hebben we in 2050 een potentiële schade van 71 miljard. Er moet dus een tandje bij. Welke rol spelen niet-overheden daarbij? Wat vragen ze van overheden? En wat moet er dan in het Deltaplan komen te staan? Die vragen stonden centraal in de deelgesprekken over de thema’s hittestress & gezondheid, stad & landelijk gebied en opdrachtgeverschap & opdrachtnemerschap.

Adaptatiekracht van de samenleving centraal

Uit de bijeenkomsten bleek eens te meer dat urgentie en bewustzijn belangrijk blijven. De adaptatiekracht van de samenleving moet centraal staan. Ook tekenden zich contouren af van een agenda voor het thema hitte. Net als bij stad & landelijk gebied was er vraag naar experimenteerruimte en coherente regelgeving tussen overheden. Bij opdrachtgeverschap & opdrachtnemerschap ging het over het opnemen van ruimtelijke adaptatie in de opdrachtverlening en over prestatierichtlijnen of normen bij klimaatbestendig ontwikkelen of beheren. Regelmatig kwam naar voren dat omgevingsvisies kansen bieden om ruimtelijke adaptatie veel meer te vervlechten met andere thema’s, zoals energietransitie, woningbouwopgaven en recreatie.

MinIenM-DeltaplanRA-rondetafel

Tekening: Willemijn Lambert

Bestuurlijke bijeenkomsten

In februari en maart vonden daarnaast regionale bestuurlijke bijeenkomsten plaats. Daar kwam uit naar voren dat er geen behoefte is aan nieuwe bestuurlijke organisaties, maar dat we de samenwerking moeten zoeken in bestaande structuren. Klimaatadaptatie moet als een integrale gebiedsopgave worden aangepakt. Duidelijk werd ook dat ruimtelijke adaptatie niet alleen van overheden is, maar vooral ook met de maatschappelijke en private partijen en burgers vormgegeven moet worden. Het grootste deel van het Nederlandse grondgebied is immers eigendom van private partijen.

Deltaplan Ruimtelijk Adaptatie

De uitkomsten van deze bijeenkomsten leveren concrete input voor het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie dat op Prinsjesdag verschijnt.


Nieuwsbericht deltaplan