Nieuws uit de City Deal Klimaatadaptatie - Klimaatadaptatie en de Omgevingswet

Gepubliceerd 11 maart 2019

In 2021 gaat de nieuwe Omgevingswet in. Wat betekent die wet voor maatregelen rond klimaatadaptatie? Hoe komen gemeenten van een omgevingsvisie tot concrete maatregelen? Gert Dekker van Ambient sprak erover tijdens een Community of Practice in het kader van de City Deal Klimaatadaptatie in Zwolle.

De City Deal Klimaatadaptatie is een samenwerkingsovereenkomst tussen 34 publieke en (semi)private partners en de Rijksoverheid. De City Deal wil een doorbraak bereiken in de aanpak van klimaatadaptatie in Nederlandse steden. De City Deal-partners werken samen aan concrete, decentrale projecten “in een open cultuur van leren, experimenteren en innoveren”. Projecten richten zich bijvoorbeeld op nieuwe vormen van governance, financieringsconstructies en innovatieve oplossingen.

Een van de werkvormen van de City Deal is de zogeheten Community of Practice (COP): een thematische bijeenkomst met diverse stakeholders in een van de City Deal-steden. De meest recente COP, die plaatsvond op 28 januari in Zwolle, stond in het teken van de nieuwe Omgevingswet. Die treedt in 2021 in werking en vervangt een veelheid aan wetten die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving.

Eenvoudiger en beter

“De nieuwe Omgevingswet heeft veel raakvlakken met klimaatadaptatie”, vertelt Gert Dekker, mede-oprichter van adviesbureau Ambient. Dekker hield in Zwolle een presentatie over dit onderwerp. “We hebben nu te maken met 26 sectorale wetten, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, Wet Milieubeheer, de Waterwet en de Natuurbeschermingswet. Dat maakt het voor initiatiefnemers van projecten in de fysieke leefomgeving lastig om inzicht te krijgen in wat er wel en niet kan en onder welke voorwaarden. De nieuwe Omgevingswet moet de uitvoering van projecten eenvoudiger en beter maken.”

De Omgevingswet biedt ruimte voor ontwikkeling en het waarborgen van kwaliteit, aldus de overheid. Er ontstaat meer ruimte voor lokaal maatwerk en regionale verschillen. Het nieuwe omgevingsrecht is flexibel, waardoor provincies, waterschappen en gemeenten regionaal en lokaal maatwerk kunnen leveren.

“Decentrale regelgeving is een van de uitgangspunten van de nieuwe wet”, legt Dekker uit. “Het is de bedoeling dat decentrale overheden al hun regels over de leefomgeving bijeenbrengen in één gebiedsdekkende regeling. Voor de gemeenten is dit het omgevingsplan, voor de waterschappen de waterschapsverordening en voor de provincies de omgevingsverordening.”

Omgevingsvisie

“De basis – en het overkoepelend beleidsdocument – is de omgevingsvisie”, vertelt Dekker. “Die legt vast welke doelen de betreffende overheid in een gebied wil bereiken en welke opgaven zich daarbij voordoen. De visie geeft de hoofdlijnen aan voor het langetermijnbeleid. Het rijk, provincies en gemeenten zijn verplicht om een omgevingsvisie te maken.”

De omgevingsvisie is een integraal, strategisch beleidsdocument. Het gaat in op de huidige kwaliteit, ontwikkelingen, beheer en bescherming van de leefomgeving.  In de omgevingsvisie geeft de gemeente bijvoorbeeld aan welke zorgplichten en beleidsdoelen er zijn en hoe de gemeente de doelen wil realiseren: via eigen of gezamenlijke maatregelen, via juridisch bindende regels voor inwoners en bedrijven, of allebei.

Het is niet moeilijk om klimaatadaptatie een plek te geven in de omgevingsvisie”, merkt Dekker op. “Maar het is wel belangrijk, want opnemen ervan in de omgevingsvisie betekent dat je als gemeente huiswerk aanneemt voor de doorwerking in lokale regels en programma’s. Dan is het niet vrijblijvend meer.” Een goede omgevingsvisie heeft veel voordelen, vindt Dekker: “Op basis van zo’n visie kan een bestuursorgaan duidelijke keuzes maken, ook als het gaat om klimaatadaptatie.”

Uitvoering

Participatie is een belangrijk uitgangspunt bij het werken onder de nieuwe Omgevingswet. “Overheden moeten bij het vaststellen van de omgevingsvisie aangeven hoe zij inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden hebben betrokken”, zegt Dekker.

De overheden vertalen de omgevingsvisie vervolgens in een programma: de uitwerking van het beleid in concrete maatregelen. “Bij gemeenten gaat het dan bijvoorbeeld om fysieke maatregelen in de openbare ruimte of gezamenlijke projecten met woningcorporaties”, zegt Dekker, “maar ook om onderzoeken, of stimulerende maatregelen gericht op bewustwording en gedragsverandering, zoals voorlichting of de inzet van financiële prikkels.”

Als een gemeente ervoor kiest om bij klimaatadaptatie decentrale regelgeving in te zetten, dan is de volgende stap het uitwerken van regelgeving in een omgevingsplan. Dekker: “De regels gaan over de inrichting en het gebruik van de fysieke omgeving, zoals bouwpeilen, voorschriften voor groene daken, verhardingen of het afkoppelen van regenwaterafvoer van de riolering.”

Gedegen traject

In de aanloop naar de nieuwe Omgevingswet is veel ondersteuning beschikbaar, zoals het programma Aan de slag met de Omgevingswet. Een ander voorbeeld is de zogeheten Leerreis Omgevingswet, een serie bijeenkomsten georganiseerd door de VNG.

“De Omgevingswet richt zich op gebiedsgerichte en integrale maatregelen van overheden”, vat Dekker samen. “Klimaatadaptatie is bij uitstek een onderwerp dat om een dergelijke benadering vraagt. Met een duidelijke rol voor de decentrale overheden, maar ook voor bijvoorbeeld woningcorporaties, bedrijven, maatschappelijke organisaties en inwoners. Wel is het zaak om sectoraal te weten wat er speelt en wat huidige en toekomstige knelpunten zijn. Pas dan kan er een volwaardige integrale afweging plaatsvinden.”

De nieuwe Omgevingswet geeft met name provincies, waterschappen en gemeenten veel mogelijkheden om actief te sturen bij het stap-voor-stap klimaatadaptief maken van de leefomgeving, besluit Dekker. “Dus wacht niet af, maar sluit je aan bij de uitwerking van omgevingsvisies, programma’s en de ontwikkeling van decentrale regelgeving.”

Deze impressie is slechts een korte samenvatting van de dialoog in de City Deal Klimaatadaptatie. De dialoog zal de komende maanden voortduren, en er volgt een publicatie met concrete handreikingen.