Een bijzondere rol voor provincies

Gepubliceerd 9 juni 2020

Provincies hebben een verbindende rol in klimaatadaptatie. Zij voeren de regie op grote vraagstukken zoals de energietransitie, woningbouw en regionale ruimtelijke inrichting. Op 11 mei verscheen een position paper waarin de provincies hun kijk op die rol geven. De provincie Utrecht bracht al een Programma Klimaatadapatie naar buiten en legt dit voor aan Provinciale Staten.

Klimaatadaptatie vraagt om actie op allerlei niveaus, van wijken en kleine waterlopen tot hele regio’s. Tot nu toe heeft vooral de inzet van gemeenten en waterschappen in de schijnwerpers gestaan. Maar ook de provincies spelen een belangrijke rol in het klimaatvraagstuk. Die rol lichten zij nu toe in het nieuwe position paper, getiteld Naar een klimaatbestendig Nederland. Het paper is gecoördineerd vanuit het Interprovinciaal Overleg (IPO).

“Het startpunt hiervoor waren de Nationale Klimaatadaptatiestrategie en het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie”, vertelt Marcel Tonkes van de provincie Overijssel, die zitting heeft in de IPO-adviesgroep Klimaatadaptatie. “Daar hebben wij ons ook als provincies aan verbonden. Dat leidde tot de oprichting van die adviesgroep.”

De opgaven van gemeenten en waterschappen zijn al langere tijd in beeld, maar ook de provincies zijn al vanaf het begin met klimaatadaptatie bezig, benadrukt Tonkes. “Nu was het tijd om onze visie op klimaatadaptatie, en onze rol daarin, helder neer te zetten. Vandaar dit document.”

Lange termijn

Ook provincies hebben kerntaken die direct worden geraakt door klimaatverandering, zoals natuur en landbouw, woningbouw en bedrijventerreinen, mobiliteit en regionale infrastructuur, regionale economie, toerisme, waterbeheer, ruimtelijke ordening, en vitale en kwetsbare functies zoals drinkwater- en energievoorziening. “Wij hebben een daarop een bredere kijk dan gemeenten en waterschappen”, zegt Tonkes. “Gemeenten kijken bijvoorbeeld vooral naar stedelijk gebied, wij ook naar het landelijk gebied. En wij kunnen waar nodig de link leggen tussen gemeenten en waterschappen enerzijds, en het rijk anderzijds.”

Vanuit die overkoepelende blik kunnen provincies ook verschillende sectoren met elkaar verbinden. Dat zegt Sandra Hogenbirk van het IPO-bureau. “Samen met de verschillende ministeries werken wij aan het doorbreken van die sectorale benadering”, zegt zij. “Dat vergt nog wel veel werk. Maar wij zien ons position paper ook als een bevestiging van wat er op dat vlak steeds beter gaat. We weten elkaar bijvoorbeeld snel te vinden op thema’s zoals droogte. Niet alleen tijdens calamiteiten, maar juist ook als het gaat om de lange termijn.”

Marcel Tonkes ziet dat er in de praktijk soms nog onduidelijkheid heerst over de afbakening van taken tussen gemeenten, waterschappen en provincies. “Met dit position paper laten we zien dat wij juist in de breedte een toegevoegde waarde hebben. Vanuit de provincies kun je bijvoorbeeld bij uitstek werken aan meekoppelkansen.” Zuid-Holland en Overijssel besteden daar al aandacht aan, hoewel er nog geen sprake is van een integraal programma.

Utrecht: klimaat sterk in de belangstelling

Ook de provincie Utrecht werkt hard aan haar regionale regierol. In mei bracht Utrecht een Programma Klimaatadaptatie (pdf, 6.4 MB) naar buiten. “Het is een opgave die sterk is gericht op integraal werken”, vertelt gedeputeerde Hanke Bruins Slot, “en op het samen oppakken van de handschoen, met bewoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en mede-overheden.”

Het Utrechtse programma sluit volgens Bruins Slot mooi aan op het position paper van het IPO. Het is al vastgesteld door Gedeputeerde Staten en wordt binnenkort voorgelegd aan Provinciale Staten. “Ik merk dat klimaatadaptatie de belangstelling heeft van zowel onze Statenleden als partijen waarmee we samenwerken binnen de provincie”, zegt Bruins Slot. “Er wordt wat verwacht van de provincie. En dat is ook goed. Wij willen die handschoen graag oppakken.”

De cruciale rol van gemeenten en waterschappen bij klimaatadaptatie staat buiten kijf, zo benadrukt de gedeputeerde. “De  provincie heeft bij de verschillende doelen en acties steeds wisselende rollen”, vertelt Bruins Slot. “De provincie participeert in de activiteiten van de werkregio’s, maar zorgt ook voor verankering van klimaatadaptatie in provinciaal beleid. Dit alles natuurlijk samen met betrokken partijen. Bovenal wil de provincie aanjagen, helpen ontwikkelingen te versnellen en waar nodig de regie nemen in ruimtelijke adaptieve keuzes.”

Integraliteit

Evenals het IPO-position paper zoekt het Utrechtse programma nadrukkelijk de integraliteit op. “Klimaatadaptatie is een van de grote transitieopgaven”, zegt de gedeputeerde. “De ruimtevraag is in Utrecht groot: de woningbehoefte, de behoefte  aan recreatieruimte, een goed toekomstperspectief voor de landbouw, de natuur die onder druk staat... In alle economische en maatschappelijke sectoren zijn de effecten van klimaatverandering voelbaar en zichtbaar. Juist daarom moeten we klimaatadaptatie integreren met al die andere grote transities en maatschappelijke opgaven.”

Utrecht kent specifieke uitdagingen als het gaat om klimaatverandering. De provincie heeft bijvoorbeeld in ons land de grootste variëteit aan landschappen en daarbij komt een sterke verstedelijking. “Elk landschap heeft eigen kenmerken”, zegt Bruins Slot. “Daardoor is er verschil in het effect van klimaatverandering en variëren de benodigde maatregelen per landschap en zelfs per locatie. Gebiedsgericht maatwerk is echt nodig.”

Een goed voorbeeld is de Blauwe Agenda voor de Utrechtse Heuvelrug, waar de provincie aan werkt samen met grondeigenaren, waterschappen, waterbedrijf Vitens, gemeenten en Staatsbosbeheer. “Samen zoeken we naar mogelijkheden om water beter te laten infiltreren, zodat het grondwater meer wordt aangevuld. Tegelijkertijd voorkomen we zo afstroming van water en daarmee wateroverlast aan de flanken van de Heuvelrug.” Vasthouden van het water maakt het gebied ook beter bestand tegen droge perioden.

Adaptief

De provincie zal het programma de komende maanden verder uitwerken. “Dat doen we samen met de relevante partijen”, benadrukt Bruins Slot. “We hebben bewust gekozen voor een adaptief programma dat in de loop van de tijd bijgesteld en geactualiseerd kan worden. De Blauwe Agenda voor de Utrechtse Heuvelrug is in ver gevorderd stadium. Dat zou een goede start zijn om klimaatadaptatie in het DNA van de provincie te krijgen.”

Het IPO is blij met het Utrechtse programma Klimaatadaptatie, zegt Marcel Tonkes. “De provincies Noord- en Zuid-Holland, Noord-Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel hebben een vergelijkbare aanpak of werken deze momenteel uit. Het onderwerp staat zeker op de provinciale agenda’s.”