Verslag sessie C3: Keuzes bij het maken van een hittebestendige inrichting

Naam sessietrekkers: Jeroen Kluck en Lisette Klok
Naam verslagleggers: Jeroen Kluck en Lisette Klok                          
Mailadres verslaglegger: e.j.klok@hva.nl

Doel

Doel van deze sessie was inzichten van het onderzoek ‘De Hittebestendige Stad’ te presenteren, zodat de deelnemers betere keuzes kunnen maken bij het hittebestendig inrichten van de openbare ruimte. Na ruim een jaar onderzoek door de Hogeschool van Amsterdam en partners, en met en voor 12 gemeenten, zijn er al interessante concrete resultaten over hittebestendige richtlijnen.

C3-190613MB455

Inhoud

Tijdens de sessie hebben we eerst een samenvatting van de tussenresultaten van het onderzoek ‘De Hittebestendige Stad’ gepresenteerd. Daarna zijn de deelnemers in vier groepen uiteengegaan om na te denken over mogelijke hitterichtlijnen voor vier gebiedstypen: een stationsgebied, een winkelstraat, een woonwijk en een stad als geheel. In de terugkoppeling hebben we de ervaringen gerelateerd aan de inzichten uit het onderzoek.

De gepresenteerde belangrijkste tussenresultaten zijn:

  1. De vernieuwde interactieve Mindmap hitte in de stad (link) - deze helpt de gevolgen van extreme hitte in bebouwd gebied te duiden en helpt om focus te houden op ruimtelijke adaptatie.
  2. De vele soorten hittekaarten hebben verschillende functies en tonen telkens andere hittegevolgen. In de verkenning is de keuze voor a) het aantal hete nachten en b) een kaart van gevoelstemperatuur (PET) voor comfort overdag in de stad verstandig (conform DPRA).
  3. De Hittemaatregelen zijn te verdelen in twee typen:
  • Maatregelen die luchttemperatuur in de stad temperen (vooral door verdamping: meer groen en blauw in de stad).
  • Maatregelen die lokale koele plekken creëren - gericht op gevoelstemperatuur (vooral door schaduw).
  1. Hitterichtlijnen helpen vast te leggen wat voldoende hittebestendig is. Richtlijnen op temperaturen zijn erg lastig omdat onbekend is wat verstandige keuzes zijn. Daarom hebben we richtlijnen voorgesteld die logisch zijn en handhaafbaar lijken:
  • Een maximale loopafstand tot koelte – zodat je overal in de stad snel bij koelte bent
  • Een mimimaal percentage groen voor een wijk of buurt
  • Een minimaal percentage schaduw

Uitkomsten

De twee leidende vragen in de werksessie waren:

  1. Hoe zou je hittebestendigheid voor een type gebied willen definiëren?
  2. Hoe vertaalt zich dat in hitterichtlijnen?

Per gebied kwam men tot een lijstje met aanbevelingen, maar de tijd was vaak te kort om er concrete richtlijnen van te maken. Afstand tot koelte, voldoende schaduw en voldoende groen kwamen vaak naar voren.

Belangrijkste leerpunten

Ervaring dat de deelnemers van de werksessies voorkeur hebben voor richtlijnen die het midden houden tussen een visie (‘meer groen’) en harde temperatuureisen (‘verschil met buiten de stad niet groter dan 3 graden). Dit is conform de bevindingen van ons onderzoek. Maar duidelijk is dat men hulp nodig heeft om concrete grenswaarden te kiezen.

Een extra inzicht is dat hittebestendig inrichten mogelijk gekoppeld kan worden aan richtlijnen om schadelijke blootstelling aan zonkracht en uv-straling tegen te gaan, waarin ook meer schaduw wordt geadviseerd en richtlijnen worden opgesteld om tussen 12 en 15 uur in de schaduw te blijven.

Een ander leerpunt is dat de afstand-tot-groen-kaarten kunnen worden uitgebreid naar afstand-tot-toegankelijk-groen.

Vervolgafspraken

We gaan verkennen of hittebestendig inrichten gekoppeld kan worden aan richtlijnen om schadelijke blootstelling aan zonkracht tegen te gaan. Daarnaast gaan we afstand tot koelte verder uitwerken (tot afstand tot toegankelijke en aangenaam ingerichte koele plekken), en voorstellen uitwerken voor richtlijnen met betrekking tot percentages schaduw en groen.

Contactgegevens

Jeroen Kluck, j.kluck@hva.nl


Nationaal Congres Klimaatadaptatie