Levendige discussies bij klimaatadaptatiedialoog nieuwbouwlocaties

Gepubliceerd 2 juli 2019

“Beloon klimaatadaptieve maatregelen bij aanbesteding”

De dialoog over klimaatadaptatie en nieuwbouwlocaties trok ruim zestig deelnemers. Ze spraken op 27 mei in Utrecht over de manier waarop aanpassen aan klimaatverandering een substantiële plek kan krijgen bij nieuwbouwprojecten. In korte, actieve sessies bedachten de deelnemers oplossingen voor vraagstukken als: hoe wordt klimaatadaptatie onderdeel van een uitvraag tot gebiedsontwikkeling en wat is een ‘goede’ aanbesteding?

Ongelofelijk complex

Ferdi Licher, directeur Bouwen en Energie van het ministerie van Binnenlandse Zaken, hield bij de opening van de middag de aanwezigen een droomwereld voor: “Gebouwen met bomen, daken met bloemen, straten zonder auto’s, schone lucht en schoon water. We moeten in Nederland één miljoen nieuwe woningen bouwen. Het zou dom zijn als we daarbij niet deze dromen betrekken, want de omgeving van die woningen moet prettig zijn.” Volgens Licher is het “ongelofelijk complex” om de bouwopgave te verbinden met klimaatadaptatie, de energietransitie en circulaire economie. “Vandaag zetten we hierin een eerste stap; aan het einde van het jaar praten we over de bestaande bouw en vervolgens maken we een actieagenda. Als we dat goed aanpakken, doen we iets goeds voor de mensen, voor de biodiversiteit en voor het klimaat.”

tijdens koffiepauze Afbeelding: Ook tijdens de pauzes ging de discussie door.

Gemêleerd gezelschap

Uit een kleine enquête in de zaal bleek dat één op de drie deelnemers (34%) werkzaam is bij de overheid (Rijk, provincie, gemeente of waterschap). Bijna één op de vier (24%) werkt bij een adviesbureau, bijna één op de acht (12%) is vastgoedprofessional bij bijvoorbeeld een projectontwikkelaar, bouwbedrijf of woningcorporatie. Financiële dienstverleners, zoals banken en verzekeraars, waren minder goed vertegenwoordigd; alleen het Nationaal Groenfonds was aanwezig.

Groen als oplossing

Op de vraag welke maatregelen het belangrijkst zijn bij het tegengaan van klimaateffecten, scoorde groen opvallend hoog. Alleen bij het voorkómen van overstromingen kwam het woord ‘groen’ niet voor; daar werden vooral dijken en ruimte voor de rivier genoemd. Volgens de aanwezigen zijn groene maatregelen – naast vele andere – heel geschikt om wateroverlast, droogte en hittestress te voorkomen (zie de uitkomsten van de enquête (pdf, 10 MB)). Niet alleen in de openbare ruimte, maar ook op daken en balkons. Nadat dagvoorzitter Bas van de Griendt de uitkomsten had toegelicht, reageerde Harry Boeschoten van Staatsbosbeheer vanuit de zaal met een nuancering: “Het is mooi dat groen zo vaak genoemd wordt. Denk daarbij niet aan losse stukjes groen, maar aan een samenhangend geheel.” Hij riep de aanwezigen op om de natuur tot de voordeur te brengen. “Daar heb je veel partijen voor nodig, zowel private als professionele.”

World café

De middag was opgezet als ‘world café: kleine groepen volgden een route langs drie zaaltjes waar steeds een ander vraagstuk centraal stond: de rol van anders samenwerken; adaptatie als business-case; en adaptatie: reguleren en uitvraag. In ronde twee en drie werd voortgeborduurd op de suggesties van de groep ervoor. Tijdens de pauzes gingen de discussies gewoon door, onder meer op het terras van vergaderruimte De Zilveren Vosch, dat – heel toepasselijk – grenst aan een groen schoolplein met grote, schaduwrijke bomen. Aan het einde van de middag verzamelden de sessieleiders alle opmerkingen en ideeën, om ze plenair terug te koppelen aan de deelnemers.

terras met schoollplein

Klimaatkanjer nodig

Bij de sessies over anders samenwerken was opgevallen dat klimaatadaptatie op nieuwbouwlocaties gebaat is bij mensen die projecteigenaar zijn en er “helemaal voor gaan”. Termen als ‘klimaatkanjer’ en ‘een regionale Henk Ovink’ kwamen voorbij. Een van de sessieleiders zei: “Je hebt iemand nodig die lef heeft.” Ook kwam naar voren dat klimaatadaptatie bij nieuwbouwprojecten wel degelijk kan zorgen voor een meerwaarde, zowel maatschappelijk als ecologisch en financieel. Dan kan uiteindelijk leiden tot een fantastisch exportproduct, was een van de conclusies tijdens de sessies. Het woord ‘particulieren’ was opvallend weinig genoemd, vonden de sessieleiders. Terwijl het er toch vooral om gaat welke waarde ontwikkeld wordt voor de eindgebruiker: de bewoner. Een sessieleider zei: “We hebben onvoldoende zicht op wat we met elkaar kunnen bereiken.” Goede voorbeelden kunnen daar bij helpen, was de conclusie vanuit de zaal. Die zijn er gelukkig ook voldoende: Platform 31 presenteerde onlangs een voorbeeldenboek met klimaatadaptieve bouwprojecten.

anders samenwerken

Vanaf het begin samenwerken

Een andere sessie ging over klimaatadaptatie als business-case. De deelnemers konden met kaartjes aangeven welke partijen op welk moment betrokken moeten worden bij nieuwbouwprojecten. Opvallend veel kaartjes kwamen aan het begin van het proces terecht. Zo ook de verzekeraars en hypotheekverstrekkers, want, legde een sessieleider uit, “die kijken naar risico’s en waardevermindering en kunnen dus een waardevolle bijdrage leveren bij het afwegen van klimaatadaptieve maatregelen. Er zijn al voorbeelden van verzekeraars die dat doen.”

business case

Belonen in de aanbesteding

De sessie ‘klimaatadaptatie: reguleren en uitvraag’ leverde veel gele en roze papiertjes op, met een keur aan ideeën om klimaatadaptatie in bouwprojecten te formaliseren. Een van de conclusies luidde: er is een mix nodig van publieke en private prestatie-eisen, die landelijk vergelijkbaar zijn. Maar: de keuze van de maatregelen zou wel lokaal tot stand moeten kunnen komen tijdens aanbestedingstrajecten. Een van de sessieleiders zei: “Het zou goed zijn om klimaatadaptatiemaatregelen in het aanbestedingstraject positief te waarderen. De vraag daarbij is wel: wat kan een gemeente eisen op dat punt? Er is behoefte aan goede voorbeelden, want vooral voor kleine gemeenten zijn dit moeilijke vraagstukken.”

reguleren en uitvraag

Heldere normen

Uit de zaal kwamen meerdere reacties, het onderwerp maakte duidelijk veel los. “Projectontwikkelaars willen heldere, eerlijke normen”, zei iemand. “Eerst moet duidelijk worden wat het probleem is, bijvoorbeeld door middel van stresstesten, dan moet duidelijk zijn waar we minimaal aan moeten voldoen.” Een andere deelnemer voegde hieraan toe: “Als je ervoor zorgt dat een wijk zorgvuldig is ontworpen, met groen en blauw, is die automatisch klimaatadaptief. Bouw dus vanuit kwaliteit, en niet vanuit het probleem.” Een goed voorbeeld van klimaatadaptief bouwen is, volgens een van de aanwezigen, een wijk in Krommenie. Hier was de aanbesteding gewonnen door een ontwerpbureau dat gezorgd had voor een goede verbinding tussen de wijk en het groen in de omgeving. “En ook het beheer was financieel geregeld.” Een andere aanwezige vertelde over een wijk in Den Haag, waar kopers in hun koopcontract lezen dat maximaal vijftig procent van de tuin verhard mag worden. Slotreactie uit de zaal: “We moeten nadenken over normen en handhaven, en breed gedragen oplossingen bedenken. Als dat niet gebeurt, komen we geen stap verder.”

interview2

Dagvoorzitter Bas van de Griendt (rechts) interviewt Tom Kretschman van de Avans Hogeschool (links) en Jos Thomaes van Green Mobility Partner (midden). Zij leidden een sessie over anders samenwerken.

Inspirerend en leerzaam

Sabine Galjé van de directie Bouwen en Energie van Binnenlandse Zaken sloot de middag af. Ze was tevreden over de verscheidenheid aan achtergronden van de deelnemers en zei dat de bijeenkomst een goede bijdrage levert aan het in beeld brengen van de ambities en doelen die het ministerie ontwikkelt op het gebied van klimaatadaptatie en gebouwde omgeving. Ze signaleerde ook veel vragen, onder meer over de koppeling met andere maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie. “Er zijn interessante dilemma’s aangekaart, waar we verder mee kunnen.”

Mogelijke acties die deel uit kunnen maken van de op te stellen actieagenda:

  • ACTIE met betrekking tot ‘goede voorbeelden’: documentatie van verdere klimaatadaptieve bouwprojecten is welkom en kan worden doorgegeven aan: Martijn.Kramer@Platform31.nl
  • ACTIE met betrekking tot ‘normen’: eerst moeten de beoogde prestaties worden benoemd, vervolgens kunnen partijen de meest geëigende adaptatiemaatregelen voorstellen.