Waterkwaliteit

Risico opwarming oppervlaktewater

Droogte versterkt  de opwarming van oppervlaktewater in warme zomers doordat de mogelijkheden voor verversing afnemen (daarvoor is minder water beschikbaar) en doordat het volume water van waterpartijen afneemt (een kleiner volume warmt sneller op). Door het gebrek aan verversing wordt het negatieve effect van lozingen op het oppervlaktewater groter. Opwarming van oppervlaktewater heeft invloed op het ecologische potentieel en de kwaliteit van het water. Zo daalt de oplosbaarheid van zuurstof in water, terwijl de consumptie van zuurstof vaak toeneemt. Blauwalg groeit veel beter bij temperaturen boven 20°C en ook ziekteverwekkers groeien vaak makkelijker in warm water.

De kaart ‘Risico opwarming oppervlaktewater’, die in de Klimaateffectatlas onder het thema Hitte is opgenomen, geeft een indicatie van het risico op basis van een modelbenadering. Een uitgebreide toelichting bij de kaart is te vinden in het kaartverhaal 'Opwarming oppervlaktewater'. De kaart heeft de aquatische basiskaart als uitgangspunt. Hieraan zijn waterdieptes gekoppeld. Voor water dat dieper is dan drie meter is het gebruikte rekenmodel niet geschikt, daarom zijn alleen wateren tot drie meter diepte in kaart gebracht.

Het model houdt rekening met de invloed van het weer op de watertemperatuur, maar ook met locatie-specifieke factoren zoals de bebouwingsdichtheid. Met het model zijn watertemperaturen berekend voor zomerperiodes (april-september) in het huidige klimaat en rond 2050 (volgens het WH scenario van het KNMI). Voor elk jaar is de maximale lengte (in dagen) bepaald van periodes waarin de watertemperatuur zonder onderbreking hoger is dan 20°C.

De kaart kan bij de stresstest worden gebruikt om een beeld te verkrijgen van de verschillen in opwarming tussen verschillende oppervlaktewateren. Indirect wordt daarmee inzicht verkregen in de relatieve kwetsbaarheid van oppervlaktewateren voor waterkwaliteitseffecten in warme, droge perioden. Dit inzicht is onder meer relevant voor het signaleren van knelpunten voor zwemwaterlocaties of voor de ecologie.

De uitkomsten zijn te grof om op het niveau van bijvoorbeeld een specifieke stadsvijver te interpreteren. De kaart kan wel goed gebruikt worden om te beoordelen of er aanleiding is voor verder gedetailleerd onderzoek.