"Meer bewustwording zorgt voor meer draagkracht."

Gepubliceerd 25 augustus 2016

Welk effect hebben klimaatadaptatiemaatregelen op wijkniveau? Die vraag stelt Laura Kleerekoper zich in haar proefschrift, waarmee ze op 7 juli 2016 promoveerde aan de TU Delft. Dat proefschrift 'Urban Climate Design: Improving thermal comfort in Dutch neighbourhoods' voerde ze uit binnen het onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat. Het onderzoek raakt aan de kern van ruimtelijke adaptatie. CAS sprak daarom voor het Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie met Kleerekoper over de resultaten van het onderzoek.

Wat is 'stedelijk microklimaat' en welke gevolgen van klimaatverandering zijn relevant?

Kleerekoper: "Het gaat vooral om hitte en hevige wateroverlast. In de stedelijke omgeving heeft het weer een andere uitwerking dan in natuurlijk landschap. Bebouwing heeft invloed op de richting en snelheid van de wind en het beïnvloedt de warmtebalans. Steenachtige oppervlakten kunnen veel warmte absorberen. Dat betekent dat het tijdens warme dagen in de stad in de ochtend koeler kan zijn dan daarbuiten. De warmte wordt immers geabsorbeerd en de bebouwing zorgt voor schaduw. Maar gedurende de dag zijn steden gemiddeld 2 a 3 °C warmer dan het landelijk gebied. Gedurende de avond kan dit verschil oplopen tot wel 10 °C, omdat de opgeslagen warmte nog lang uitstraalt. Door de voorspelde klimaatverandering met meer warme en tropische dagen, hebben deze hogere temperaturen in steden meer gezondheidsrisico’s en verminderd comfort tot gevolg. De klimaatverandering laat ook een toename van extreme buien zien. Door de hoeveelheid verharding in steden kunnen hevige buien voor veel overlast en schade zorgen. Met de juiste groene inrichting in steden kunnen de gevolgen van klimaatverandering kansen brengen in plaatsen van risico’s."

Je hebt gewerkt aan de hand van simulaties. Wat vind je zelf de meest opvallende uitkomsten daarvan?

"In zuidelijke steden kennen we de dorpjes met witte huizen om de warmte zoveel mogelijk buiten te houden. Hiervoor dienen ook de smalle straten en dikke massieve gevels. In de Nederlandse situatie zorgen witte gevels vlakbij die gevel voor een lagere temperatuur. Het midden van de straat en de tegenoverliggende bebouwing ontvangt echter juist meer straling, waardoor daar de warmtelast toeneemt. Witte en reflecterende gevels zorgen daarom niet per definitie voor verkoeling."

Ontwerpers hebben aangeven dat ze onvoldoende kennis en evaluatiemiddelen hebben om bij het ontwerp van de openbare ruimte aandacht te besteden aan het stedelijk microklimaat en hittestress. Hoe kan daar verandering in worden gebracht, volgens jou?

"In de eerste plaats zou het stedelijk microklimaat en de invloed die ontwerpbeslissingen hierop hebben een vast onderdeel moeten zijn van de opleiding stedenbouw en landschapsarchitectuur. Met meer kennis van principes in de stedenbouwfysica kunnen ontwerpers al tijdens de planvorming rekening houden met negatieve gevolgen of juist kansen voor het stedelijk klimaat. In de tweede plaats zouden de bestaande analyse methoden van het stedelijk microklimaat met simulatieprogramma’s of GIS modellen moeten worden verbeterd. Het gaat dan om verbeteringen in validatie, rekensnelheid en openbare beschikbaarheid."

Wat betekent je onderzoek concreet voor ruimtelijke adaptatie in Nederland? Wat kan je beleidsmakers op basis van je resultaten aanraden?

"Denk niet te snel dat er geen ruimte of draagvlak voor extra groen is. Wanneer belanghebbenden meer inzicht krijgen in de voordelen van groen zal er ook meer draagvlak voor zijn."

Voor wie meer wilt weten over mogelijke maatregelen en hun effecten zijn er factsheets (pdf, 9.6 MB). Maatregelen voor een beter stadsklimaat zijn niet voor elke situatie hetzelfde. Op pag. 273 worden maatregelen passend bij een specifieke wijktypologie gegeven. In een vervolgstudie kijken we naar mogelijkheden voor een waterbestendige herinrichting van straten.
Laura werkt sinds september 2015 bij de HvA aan het onderzoeksproject ‘De klimaatbestendige stad, inrichting in de praktijk’. Zij onderzoekt de ruimtelijke implicaties van klimaatadaptatiemaatregelen in steden. Haar focus ligt op groene inrichting in relatie tot thermisch comfort en waterbestendigheid. Bestaande kennis vertalen naar de praktijk is een van haar doelstellingen binnen het project.