Impulsregeling klimaatadaptatie

Tot eind 2023 kon je bij het Rijk een bijdrage aanvragen voor adaptatiemaatregelen via de Impulsregeling klimaatadaptatie. Je mocht het bedrag gebruiken om adaptatiemaatregelen versneld uit te voeren, om al geplande ruimtelijke maatregelen uit te breiden met adaptatiemaatregelen of om nieuwe adaptatiemaatregelen op te pakken. Op deze pagina lees je meer over de impulsregeling en hoe je een bijdrage kon aanvragen.

Infographic over de Impulsregeling Klimaatadaptatie

Maatregelen van Impulsregeling in beeld

In februari 2024 heeft een stagiair van Rijkswaterstaat een storymap gepubliceerd over de maatregelen die zijn uitgevoerd met de Impulsregeling. Daarvoor heeft hij maatregelen bekeken bij negen gemeenten en één provincie. Ook heeft hij de overheden geïnterviewd over de maatregelen. Op basis van de maatregelen en interviews doet hij tien aanbevelingen aan het Rijk.

Hoe kon je een bijdrage aanvragen?

Een bijdrage kon je aanvragen via de werkregio van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie waar je deel van uitmaakte. Dit betekende dat je samen met andere partijen in je werkregio een maatregelpakket opstelde voor de periode tot en met 2027, en je samen een investeringsvoorstel indiende bij het Rijk. Meerdere werkregio’s samen konden ook een voorstel indienen, bijvoorbeeld op het niveau van een gebiedsoverleg. De aanvraag gebeurde via een aanvraagformulier. Het aanvraagformulier bestond uit een indieningsformat en vier bijlagen. Je kon de aanvraag per mail indienen bij het loket van de impulsregeling, via: impulsregelingKA@rws.nl.

Hoeveel droeg het Rijk bij?

Het Rijk reserveerde in de begroting van 2021 een bedrag van € 200 miljoen voor de Impulsregeling. Om het bedrag eerlijk over de werkregio’s te verdelen, gebruikte het ministerie van I&W een verdeelsleutel op basis van inwoneraantal en oppervlakte. Het maximumbedrag waarop aanspraak gemaakt kon worden, verschilde dus per werkregio. Deze bedragen zijn bekend geworden na Prinsjesdag 2020, toen de begroting naar de Tweede Kamer is gezonden. De werkregio’s hebben bericht gehad over het precieze totaalbedrag dat gereserveerd is en de verdeling hiervan over de werkregio’s.  Het Rijk droeg maximaal een derde van de kosten voor een maatregelpakket bij. De decentrale overheden in de werkregio maakten onderling afspraken over hoe ze de overige twee derde financierden.

Wat was de totale rijksinzet voor klimaatadaptatie?

De reservering van het Rijk voor deze impulsregeling was onderdeel van de afgesproken totale rijksinzet voor klimaatadaptatie van € 300 miljoen. Dit totale bedrag is vastgelegd in het bestuursakkoord klimaatadaptatie. Met dat bedrag ondersteunt het Rijk ook het ruimtelijke adaptatieproces in de werkregio’s, de uitvoering van pilots, kennisontwikkeling, en de realisatie van zoetwatermaatregelen die bijdragen aan de doelen van ruimtelijke adaptatie.

Tot wanneer kon je een aanvraag doen?

Je kon als werkregio tot en met 31 december 2023 een bijdrage van het Rijk aanvragen. Je hoefde niet in één keer een aanvraag te doen voor het hele maatregelpakket. Je kon de aanvraag verdelen over maximaal drie jaar. Daarbij kon je één keer per jaar een bijdrage aanvragen, totdat het maximumbudget van de werkregio bereikt was. In 2027 moet de uitvoering van de maatregelpakketten klaar zijn.

Aan welke voorwaarden moet het investeringsvoorstel voldoen?

De werkregio’s moesten een gezamenlijk voorstel indienen, dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • Uit het voorstel blijkt duidelijk wat de opgave is voor het gebied, op basis van stresstesten, risicodialogen en uitvoeringsagenda’s. Let op: minimaal één van deze stresstesten moet beschikbaar zijn via de landelijke monitorkaart met stresstesten, zoals afgesproken is in het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. Dit kan een stresstest zijn van een gemeente, waterschap, werkregio of provincie. Je kunt de stresstesten makkelijk aan de landelijke monitorkaart toevoegen via het formulier monitor stresstest.
  • Het voorstel bevat een maatregelenprogramma.
  • De werkregio stelt zelf prioriteiten en vraagt niet meer aan dan het maximumbedrag dat het Rijk heeft toegekend op basis van de verdeelsleutel.
  • In het voorstel staat aangegeven dat het een bestuurlijk commitment betreft van minimaal twee verschillende overheidslagen in de werkregio(‘s). Dat betekent dat minimaal twee van de drie bestuurslagen (gemeente, provincie, waterschap) het eens zijn met het voorstel.
  • In het voorstel staat duidelijk onderbouwd waarom het voorgestelde maatregelpakket voldoet aan de criteria die het Rijk heeft opgesteld. Deze criteria staan ook verderop in deze tekst, onder ‘Aan welke criteria moet het maatregelpakket voldoen?’.
  • Het voorstel bevat een investeringsvoorstel waaraan de indieners zich kunnen houden en dat informatie geeft over hoe de financiering van het maatregelprogramma wordt opgebouwd.
  • Er staat in welke onderdelen van de uitvoeringsagenda versneld of aanvullend kunnen worden opgepakt met de rijksbijdrage.
  • Er staat in hoe de governance van de werkregio is ingericht.
  • Als het relevant is, staat er ook in hoe afstemming met de zoetwateropgave en de netwerken van Rijkswaterstaat plaatsvindt.

In de Kamerbrief staan alle criteria en randvoorwaarden aan de hand waarvan het Rijk de aanvragen toetst. Als een voorstel voldeed aan alle criteria en randvoorwaarden, dan maakte het Rijk het toegekende bedrag over naar een kassier (een gemeente of provincie) binnen de werkregio.

Aan welke criteria moet het maatregelpakket voldoen?

Het maatregelpakket moet aan de volgende criteria en randvoorwaarden voldoen:

Doeltreffendheid en doelmatigheid

  • Het maatregelpakket draagt bij aan het verminderen van de kwetsbaarheid van gebieden voor wateroverlast, droogte of de gevolgen van overstromingen.
  • De rijksbijdrage is nodig om adaptatiemaatregelen versneld uit te voeren, al geplande maatregelen uit te breiden met een adaptatiecomponent of nieuwe adaptatiemaatregelen op te pakken en betreft alleen kosten voor de realisatie (niet voor de voorbereidings- of onderzoeksfase).
  • Het maatregelpakket is een kosteneffectieve manier om de problemen te bestrijden.
  • De maatregelen betreffen geen regulier beheer en onderhoud of achterstallig onderhoud. Ook betreft het een aanpassing van de bestaande situatie (bij nieuwbouwprojecten wordt men geacht klimaatadaptatie van begin af aan mee te nemen).
  • De rijksbijdrage wordt alleen ingezet voor de (extra) kosten van klimaatadaptatie maatregelen ter bestrijding van wateroverlast, droogte of gevolgenbeperking overstromingen.

Cofinanciering

  • Het Rijk draagt een derde financiering bij aan het maatregelenpakket (tot een maximum van het door de verdeelsleutel vastgestelde bedrag per werkregio). De werkregio draagt twee derde cofinanciering bij.
  • De rijksbijdrage aan de klimaat adaptieve component van maatregelen mag niet cumuleren met andere rijksbijdragen.

Integraliteit

  • Maatregelen dienen waar mogelijk meerdere Ruimtelijke Adaptatie-doelen, te weten wateroverlast, droogte, hittestress, gevolgenbeperking bij overstromingen.
  • Fysieke maatregelen versterken bij voorkeur ook andere doelstellingen, bijvoorbeeld op het vlak van zoetwater beschikbaarheid, waterkwaliteit, vergroening, natuur/biodiversiteit, energietransitie, volksgezondheid.

Urgentie

  • Het maatregelenpakket vloeit voort uit de stresstest en risicodialoog.
  • Op basis van de risicodialoog staat de maatregel op de uitvoeringsagenda van een overheid binnen de werkregio.

Haalbaarheid

  • Het voorstel kan rekenen op bestuurlijk draagvlak en heeft commitment van tenminste twee bestuurslagen.
  • Het voorstel is haalbaar tegen de geraamde kosten en binnen de gestelde planning.

Legitimiteit

  • De besteding vindt plaats binnen de kaders het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie en de scope van het deltafonds. Dat betekent dat alleen maatregelen tegen wateroverlast, droogte of ter beperking van gevolgen van overstromingen in aanmerking komen. De maatregelen moeten worden getroffen door overheden in het kader van hun waterbeheertaken in de openbare ruimte.

Waar vind je meer over de impulsregeling?

Meer over deze Impulsregeling klimaatadaptatie vind je in de brief die minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) naar de Tweede Kamer stuurde. Zij heeft deze brief geschreven op basis van de afspraken die de Leden van de stuurgroep Water op 8 april 2020 maakten over de opzet en werking van deze regeling.

Vragen?

Heb je na lezen van deze informatie nog vragen over de impulsregeling? Kijk dan in de FAQ of je vraag daartussen staat. Staat je vraag er niet tussen? Stuur dan een mail naar impulsregelingKA@rws.nl.